Op 12 augustus 1999 is door de Verenigde Naties (VN) 12 augustus uitgeroepen tot Internationale Dag van de jeugd.
Het doel van deze dag is aandacht vragen voor jongeren over de gehele wereld die een positieve bijdrage leveren aan de maatschappij en daarmee jongeren bewust maken van het werk en het actieprogramma van de Verenigde Naties.
Een bekend gezegde is dat de jeugd de toekomst is, hetgeen inderdaad klopt. Wanneer wij een goede toekomst willen, dienen wij te investeren in het heden, zodat wij na de dag van heden de vruchten kunnen plukken van onze investering. Immers, wat wij zaaien, zullen wij vroeg of laat
ook oogsten.
De VN beschouwt de groep personen tussen 15 en 24 jaar als jeugd, alhoewel ze aangeven dat er anderen zijn die andere leeftijdsgroepen aanhouden. In deze leeftijdsgroep zitten jonge mensen waarvan de grootste groep doorgaans nog schoolgaand is en nog volledige begeleiding behoeft van de ouders en verzorgers.
Uit deze groep zal een deel al volledig zelfstandig zijn, deelnemen in het arbeidsproces, zelfstandig wonen, althans dat doel nastreven, en mogelijk ook kinderen hebben.
Als wij de situatie in Suriname bekijken zien wij dat er onvoldoende faciliteiten voorhanden liggen om de jeugd te begeleiden om in de toekomst het roer over te kunnen nemen. Uit ervaringen opgedaan als sportbegeleider en motivatiespreker onder jongeren is gebleken dat jongeren graag
een bijdrage willen leveren aan de opbouw van ons geliefd Suriname, maar dat zij daartoe onvoldoende in de gelegenheid worden gesteld.
Als wij de sportwereld nemen, zien wij dat sporters te vaak zelf moeten opdraaien voor kosten die gemoeid gaan met de beoefening van die bewuste sport, hetgeen in feite erop neer komt dat de ouders of verzorgers daarvoor moeten opdraaien.
Politieke partijen spelen handig hierop in door (opkomende) topsporters op te nemen in hun organisatie tegen vergoeding van de kosten die een sporter moet maken om te kunnen presteren. Als wij deze zaak analyseren, vraag ik mij af of een dergelijke handeling in het voordeel is van deze jeugd.
Is het niet dat zo een jeugdige in een bepaalde politieke hoek wordt gemanoeuvreerd, die per definitie niet speciaal gunstig hoeft uit te
pakken voor de prestaties of het denkvermogen van zo iemand wanneer die in de toekomst een leidinggevende rol dient te vervullen?
Onze jeugd heeft krachtige en eerlijke rolmodellen nodig om uit te groeien tot eerlijke en sterke leiders in de toekomst. Als wij merken dat heden ten dage de Nationale Ontwikkelingsbank (NOB) niet de functie kan vervullen om jeugdigen te helpen hun studie te financieren.
Wanneer jongeren de faciliteiten of kansen moeten ontberen om hun dromen te realiseren, rijst de vraag of wij hen niet zelf een handje helpen om drop -outs of schoolverlaters te worden. Wij weten nou eenmaal dat studeren niet goedkoop is en gegeven de huidige omstandigheden in ons land hebben ouders een helpende hand nodig om hun kinderen in de gelegenheid te stellen te kunnen studeren.
Willen wij sterk en eerlijk leiderschap hebben in ons land, dan moeten enkele zaken drastisch
veranderen in het jeugdbeleid in Suriname. Te denken hierbij valt aan de volgende zaken:
1. Studiemogelijkheden waarbij niet alleen kinderen van rijke ouders doorstroommogelijkheden hebben naar privé instituten. Tegenwoordig is het haast onmogelijk voor doorsnee ouders om hun kinderen op particuliere onderwijsinstellingen te krijgen vanwege het financiële aspect.
De overheid zou naar mogelijkheden kunnen kijken om het niveau van de openbare instellingen te brengen naar het niveau en de leeromgeving van de particuliere instellingen zodat de openbare instellingen aantrekkelijker worden.
2. Voldoende werkgelegenheid en doorgroeimogelijkheden voor afgestudeerde jeugdigen. We komen steeds vaker jongeren tegen die met een universiteit bul in handen werk doen dat totaal niet past bij de studie die zij hebben genoten. Bij navraag blijkt dat men geen werk kan vinden.
Er zou nagegaan moeten worden wat ten grondslag ligt aan dit probleem en daarvoor oplossingsmodellen bedenken.
3. Voldoende mogelijkheden voor sport en recreatie. Sport en recreatie brengen rust en helpen balans te bewaren tussen lichaam en geest van een mens. Zo kunnen jeugdigen zich ontwikkelen, waardoor er minder ruimte is voor hen om zich met oneigenlijke zaken bezig te houden.
4. Voldoende mogelijkheden voor huisvesting. Er zijn te veel jongeren die na het beëindigen van hun opleiding nog bij de ouders blijven wonen vanwege onbetaalbare huisvesting. De overheid kan iedere student die afstudeert van het hoger onderwijs alvast waarderen met een stuk
domeingrond. Hieraan kan de overheid natuurlijk voorwaarden koppelen.
5. Als wij welwillend zouden zijn enkele van de hierboven aangehaalde zaken te implementeren, zouden wij de jeugd een handje helpen in hetgeen van hen verwacht wordt: namelijk in de toekomst er voor ons zijn, en de oudere generaties en diegenen die na hen volgen te dienen. Zij kunnen dit dan met een gerust hart doen, omdat ze een goede basis daartoe hebben. Indien wij ons als dienstbare leiders willen opstellen, moeten wij de jeugd een dienst bewijzen door in hen te investeren en hen adequate ontwikkelingskansen te bieden.
Steven Reyme
Voorzitter A20