De gebeurtenissen tijdens de verkiezingscampagne en periode na de uitslag tot heden geven voldoende materiaal om te reflecteren op het politiek gebeuren in Suriname.
Tijdens de campagnes waren we er getuige van hoe aspirant en ervaren politici een persoonlijkheid aan de samenleving presenteerden die acceptabel genoeg was om kiezers te winnen. We zagen politici die regelmatig woorden als “nationalisme” of “liefde voor land en volk” gebruikten om winst uit de verkiezingsstrijd te halen. Vanwege de kleinschaligheid van onze samenleving is het niet moeilijk om de ware aard, het karakter van vele mensen te ontdekken. Karakter heeft meer met gevoelens en emoties te maken, met waarden, met moraal/ethiek, met goed- en kwaad, terwijl iemands persoonlijkheid meer de uiterlijke kant is van diens handelen. Het voor veel mensen is het meer een overlevingsstrategie Mensen presenteren zich dan zo positief mogelijk. Ze laten zien hoe behulpzaam ze zijn, hoeveel ze van het volk en het land houden.
Ze zetten hun zgn. dienstbare pet op. Zogenaamd, omdat niet alle handelingen en uitspraken die dienstbaar lijken, daadwerkelijk tot die categorie horen. Veel politiek handelen is gebaseerd op egocentrische drijfveren, motieven, belangen en ambities. De Ego van een mens wordt in zijn primitiefste vorm gedreven worden door macht, geld, status. Vanaf de jaren tachtig tot heden houden “revolutionairen” in hun propaganda ons steeds het nationalisme voor met krachtige leuzen als ”Geloof in eigen kunnen”, “Samen zijn wij sterk”, “Al houdt u niet van mij, houd van Suriname, enz. In vele gevallen werd de gedachtegang van vaderlandsliefde, opkomen voor het belang van de armen, sterke voorliefde voor het eigen volk en de eigen staat misbruikt. Wat we in werkelijkheid zagen was een miskenning van menselijke competenties zoals onafhankelijkheid, pro activiteit, assertiviteit, wederzijds respect en vertrouwen, geloof in eigen kunnen, zelfredzaamheid,en samen werken . In de plaats daarvoor kregen we , zeker tijdens de Bouterse periode een vorm van populisme met kenmerken als de leider die zelf geen verantwoordelijkheid neemt, maar ‘de volkswil’ uitvoert . Populisten zijn mensen die precies weten hoe ze mensen die teleurgesteld zijn in de politiek te vinden:, mensen die aan de zijlijn van de maatschappij staan en ze een stem geven. Dit zgn. op het volk gericht beleid heeft mede tot achteruitgang en verarming van het volk geleid .
Aan de andere kant is er een groep leiders die zichzelf ziet als democraten of sociaaldemocraten die zeggen het land te zullen besturen op de juiste manier. Wat wij van hen zien is dat bij politieke winst de “macht” verdeeld wordt, niet op basis van een nationale visie , maar middels gedekte corruptie en vriendjespolitiek. Het resultaat van het beleid van zowel de zogenaamde revolutionairen en democraten is uiteindelijk gebleken overwegend zelfverrijking, corruptie, partijpolitiek en nepotisme.
Nationalisme gaat uit van een “Wij” benadering in een “Wij” gerichte samenleving. Hiertegenover staat een samenleving waarbij eenieder aan zichzelf denkt en het ego regeert.
Bij de “Ego benadering” zien we dat de leider alle besluiten neemt en dat die een “gezwollen” ego heeft. Binnen een (politieke) organisatie is hij of zij de heerser, de dictator, de baas en leider (van de partij). Hij of zij neemt alle besluiten en bepaalt alles (van de partij). Indien zo een partij dan in de regering van een land is, kan dit tot gevolg hebben dat het hele land wordt achtergehouden vanwege dit egocentrisch leiderschap. Tegenwoordig worden veel politieke partijen in ons land vanuit deze benadering bestuurd, terwijl de partijen doorgaan voor partijen met democratische principes.
Het nationalisme is een ideologie waarbij het eigen land centraal staat in het denken en het handelen. Binnen het kader van deze ideologie zijn er een aantal kenmerken die in acht zouden moeten worden genomen door beleidsmakers bij hun handelen. Ik noem enkele:
1. Liefde voor land en volk De liefde dient te beginnen bij de beleidsmakers en leiders en dient door te stromen naar de totale samenleving. 2. “Suriname eerst” gedachte, waarbij bij elke (rechts)handeling die vanuit het beleid wordt gepleegd op elk vlak, zowel nationaal als internationaal niveau het beste gehaald wordt voor de Republiek Suriname en haar onderdanen. 3. Sterke instituten Alle instituten van het land dienen de bijdrage te leveren die nodig is ter ondersteuning en versterking van de democratie en ter voorruitgang van de natie. Dit dient te geschieden zonder willekeur en zonder politieke inmenging. 4. Hoge moraal en ethiek Onze gezagsdragers moeten van onbesproken gedrag zijn. Burgers met een strafvonnis dienen nimmer een hoog ambt te bekleden. Het is ongehoord en geeft een slecht voorbeeld. Met de cultuur van “Neks no fout” moet voor eeuwig worden afgedaan. Hoe fijn zou het zijn als er hierover gezonde discussies gestart worden en ons parlement een wetsvoorstel hierover indient en deze vervolgens als wet aanneemt.
De huidige leiders van ons land hebben beloofd dat ze Suriname zullen redden als “Dienstbare leiders”. De laatste benoemingen hebben echter meer de indruk gewekt van etnische politiekvoering, nepotisme en een ego die overhand lijkt te nemen boven het nationalisme. De vinger wordt hierbij gewezen naar de Vice- President terwijl de President in alle talen zwijgt.
“A genuine leader is not a searcher for consensus but a molder of consensus”. (Martin Luther King, Jr.) Dit gezegde betekent niets anders dat er consensus bereikt moet worden met als gemeenschappelijk doel Suriname te brengen naar grotere hoogte zonder politieke spelletjes, maar in overeenstemming met een door alle actoren gedragen nationale visie, waarbij corruptie, nepotisme en partijpolitiek ondergeschikt zijn aan Dienstbare politiek.
Steven E. Reyme